De grammaticale regel is eigenlijk doodsimpel en geldt voor muy (erg, veel) + mucho (veel) en bien (goed) + bueno (goed).
Het woordje mucho/a/-os/-as staat bij een zelfstandig naamwoord of verwijst ernaar. De vorm richt zich naar het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord. Bv. Quiero tener mucho dinero. Hetzelfde geldt voor bueno/a/-os/-as. Bv. Francisco es bueno para todo el mundo. Echter als het vóór een mannelijk zelfstandig naamwoord staan, verliest het de – o. Bv. Jorge es un buen padre.
De onverandelijke vorm van mucho kan bij een werkwoord horen. Bv. Anita come mucho. Dit geldt ook voor de onveranderlijke vorm bien. Bv. Eso está bien. Bij de onveranderlijke vorm muy kan het bij een bijvoegelijk naamwoord zowel als bij een bijwoord staan. Bv. Sara vive muy cerca de aquí; Estamos muy cansados.
Nog even alles op een rijtje:
Mucho:
- mucho,-a,-os,-as + zelfstandig naamwoord
- werkwoord + mucho
Muy:
- muy + bijvoegelijk naamwoord
- muy + bijwoord
Bueno:
- bueno,-a,-os,-as + zelfstandig naamwoord
Bien:
- werkwoord + bien
Muy gracias zeg je dus niet… Door de verwijzing naar het zelfstandig naamwoord las gracias, wordt het daarom muchas gracias!