Verkleinwoorden in het Spaans


[frame align=”left”]
los diminutivos

los diminutivos

[/frame]De verkleiningsuitgangen in het Spaans worden ook diminutivos genoemd. Dit zijn sufijos ofwel achtervoegsels die je achter het woord plakt. Dit brengt dan een verkleining aan in de betekenis van het woord. Wat wij in het Nederlands kennen als –je (lied => liedje). Maar een verkleining kan verschillende ladingen betekenen: bijvoorbeeld een verkleining in omvang, zoals pequeño => pequeñito. Of een verlaging van de leeftijd, zoals joven => jovencito. Het kan ook een versterkende liefdevolle (of minachtende) betekenis krijgen, bijvoorbeeld cariño => cariñito.

Door een verkleiningsachtervoegsel aan zelfstandige naamwoorden, bijvoegelijke naamwoorden of bijwoorden te plakken worden ze als het ware ‘verzacht’ en (afhankelijk van de context) verandert het woord op subtiele wijze van betekenis.

 

 

 

De meest gangbare manier van het toepassen van deze achtervoegsels is: -ito en –ita of –cito en -cita. Maar hoe doe je dit? Hierbij een overzichtje van wat basisregels:

-ito/ita

–          Als het woord eindigt op een klinker dan wordt deze vervangen door –ito/ita

Bijvoorbeeld: perro => perrito

–          Als het woord eindigt op een medeklinker, dan plak je –ito/ita er achteraan

Bijvoorbeeld: papel => papelito

-cito/cita

–          Als het woord eindigt op io/ia (of een o/a), dan blijft enkel één i staan

Bijvoorbeeld: despacio => despacito

–          Als het woord eindigt op een klinker e/u/i

Bijvoorbeeld: duende => duendecito

–          Als het woord eindigt op een klinker met een accent

Bijvoorbeeld: mamá => mamacita

–          Als het woord eindigt op een n of r

Bijvoorbeeld: camión => camioncito of motor => motorcito

-ecito/-ecita

–          Als het woord bestaat uit 1 lettergreep

Bijvoorbeeld: pez => pecesito

Ook bestaat er een achtervoegsel voor het verkleinen van een verkleining (!). Jawel, bijvoorbeeld poco => poquito => poquitito. Te vertalen naar weinig, (nog meer) weinig (= minder), (super-)weinig. Of chico => chiquito => chiquitito dan klein, (nog) kleiner, (super-)klein. Je hoort ook het achtervoegsel –in of –illo. Bijvoorbeeld chiquitin of chiquitillo.

En tot slot wil ik jullie ook meegeven dat er in Colombia, Cuba en delen van Spanje (Navarra en La Rioja) deze verkleining –tito en –tita vervangen wordt door –ico en –ica. Bijvoorbeeld een ogenblik in het Spaans: un rato, wordt dan ratico (ogenblikje).

De Spaanse taal kent dus op lokaal niveau talrijke verschillen. Op een grappige manier wordt het in dit onderstaande filmpje duidelijk gemaakt. Deze is bedoeld voor Spaanstaligen die het lokale Spaans in ‘Oregón’ –een staat in Amerika (!)- niet machtig zijn. Ondanks dat men dezelfde taal spreekt, kan dit toch leiden tot verwarring… Enjoy!

Hola! Mijn naam is Anna-Maria Verhagen – Bastida Pérez. Ik ben half Nederlands en half Peruaanse. In beide werelden voel ik me ‘thuis’. Na een studie Talen en Culturen van Latijns Amerika aan de Universiteit in Leiden ben ik verliefd geraakt op: Peru, Brazilië, Cuba en alles wat er tussenin ligt. Mijn passies lopen uiteen van salsadansen tot Spaans doceren en cursussen schrijven. Samen met Julio Cesar heb ik een bedrijf MiCuba genaamd en wij organiseren onder andere taal- en cultuurreizen en rondreizen naar Cuba! En via CaféCultura wil ik jullie onderdompelen in een warm bad van Spaanse, Latijns-Amerikaanse en Caribische sentimenten…!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *